De gemeente Nieuwkoop koos voor een circulaire milieustraat die voldoet aan de huidige wensen en eisen met een hoog serviceniveau voor inwoners, maar die tegelijkertijd toekomstbestendig is. Door modulair te bouwen met prefab U-elementen heeft de gemeente gekozen voor flexibiliteit. Het ontwerp van Nieuwkoop heeft deels een bordes van 2 meter 60 hoog en een een lager bordesdeel van 1 meter 20. Aan het lage bordes staan in totaal 18 containers, onder meer de inloopcontainers voor witgoed en matrassen.
Extra ruimte onder bordes belangrijk
Door de holle U-elementen wordt dubbelgrondgebruik mogelijk. Hierdoor is er onder het bordes 600 vierkante meter extra ruimte beschikbaar en wordt het totale oppervlak optimaal benut. Sjoerd Dijkstra, afdelingsmanager openbare ruimte van de gemeente Nieuwkoop, vindt die extra ruimte een belangrijk pluspunt. Hij zegt daar over: ‘We kunnen daar nu het inzamelpunt voor de kringloop kwijt, de opslag voor piepschuim, het depot voor klein chemisch afval en de opslag voor inzamelmiddelen, zoals de minicontainers. Voor volgend jaar staat op hetzelfde terrein ook de bouw van de nieuwe – overigens ook circulaire – gemeentewerf gepland. Daar hebben we bij de inrichting onder het bordes al rekening mee gehouden. Als de gemeentewerf klaar is, is daar bijvoorbeeld ruimte voor de opslag van materialen en klein materieel van de buitendienst. Dit heeft als voordeel dat de opslagcapaciteit van de nieuw te bouwen gemeentewerf kan worden gehalveerd.’
Materialenpaspoort met hoge circulariteitsscore voor gemeente
De milieustraat heeft een Madaster Materialenpaspoort. Daaruit blijkt de hoge circulariteitsscore van 90 procent. Ter vergelijking: een traditioneel gebouwde milieustraat scoort 15 procent op circulariteit. Wethouder Van Duin van de gemeente Nieuwkoop is daar trots op. ‘Het is weer een stap vooruit op het gebied van duurzaamheid. Je ziet welke materialen we hebben gebruikt en hoe we daar in de toekomst mee omgaan. We vragen onze inwoners om hun afval zo goed mogelijk te scheiden, omdat we afvalstoffen als waardevolle grondstoffen zien. Nu kunnen we ook in de praktijk iets laten zien van wat we vervolgens met die waardevolle grondstoffen doen en waar onze inwoners al dat scheiden dus voor doen. Dat is toch fantastisch!’